Cybercriminaliteit lijkt onlosmakelijk met Nederland verbonden. Vanuit ons land en vanaf Nederlandse servers worden veel aanvallen op andere landen uitgevoerd. Maar Nederland wordt zelf ook regelmatig aangevallen. Dit blijkt uit onderzoek van het beveiligingsbedrijf F-secure.
Het bedrijf plaatste meerdere zogenoemde lokservers in verschillende landen om cybercrime te monitoren. De meeste aanvallen worden vanuit Rusland gepleegd, namelijk 44 procent van de onderzochte aanvallen, gevolgd door de Verenigde Staten met 15 procent. Nederland staat op de derde plek: 7 procent van de aanvallen gebeuren vanuit hier of in ieder geval vanaf Nederlandse servers.
Doelen
Behalve dat Nederland een geliefde plek is om anderen aan te vallen, worden er ook veel aanvallen op Nederland gepleegd. Het staat op de tweede plek van meest aangevallen landen, achter de VS. Welke doelen het meest worden aangevallen – particulieren, bedrijven, overheidsinstanties – is niet bekend.
Lokservers
F-Secure onderzoekt eens per half jaar het aantal cyberaanvallen. Het onderzoek is hier te lezen. Opvallend is dat in eerste zes maanden van dit jaar het aantal activiteiten met 223 procent is toegenomen ten opzichte van het laatste halfjaar van vorig jaar. Deels is dat te verklaren doordat er meer lokservers zijn geplaatst waarmee de aanvallen worden geregistreerd, maar voor een groot deel komt het ook echt door toegenomen cybercrime.
Volgens onderzoeker Leszek Tasiemski heeft de toename grotendeels te maken met de opkomst van ‘het internet der dingen’. Steeds meer voorwerpen, denk aan koelkasten, auto’s en speelgoed, zijn via internet met elkaar verbonden. ,,De beveiliging hiervan is niet altijd optimaal. Dit maakt het makkelijk voor criminelen om in te breken.”
Uit een onderzoek van het Rathenau Instituut bleek afgelopen maart dat Nederlandse bedrijven en overheden slecht beschermd zijn tegen cyberaanvallen.